De gemiste miljoenen van Ajax
Heb je enig idee wat het verschil is tussen voetbalsponsoring in het buitenland en die in Nederland? Stel je even de hoofdsponsors voor van de grote clubs hier. Verzekeringsmakelaren, banken, wat andere grote en middelgrote bedrijven. Stel je dan wat sponsors uit van de topclubs uit het buitenland. Opvallende afwezigen? Pokersites. De glamour van online casinos wordt door de overheid zo’n beetje doodgezwegen terwijl topclubs als Real Madrid hier net een vette kluif aan overhouden. Hoe komt dit?
Ook Ajax ontsnapt er niet aan. We kunnen maar vermoeden dat ook zij dromen van een dergelijk miljoenencontract, maar daar steekt vadertje staat dus een stokje voor. Al in 2002 vond de Nederlandse Voetbalbond een hoofdsponsor in Holland Casino. De hoogste competitie stond toen officieel bekend als Holland Casino Eredivisie. Dan is het nogal wiedes dat er weinig plaats is in het sponsorcircuit voor concurrenten in, onder andere, het aanbieden van roulette. Die naam bekte niet echt lekker, in 2005 werd ze dan ook afgevoerd en werd het gewoon weer Eredivisie. Maar sponsoring door buitenlandse pokersites bleef taboe.
Wat mag dan wel, volgens de strikte regels die de Nederlandse overheid oplegt? Sponsoring door, naast Holland Casino, de Staatsloterij en Sponsor Bingo Loterij: véél kleinere vissen dus. Ajax koos voor de Vriendenloterij van laatstgenoemde, maar met één enkele banner op de site zullen ze daar ook geen fortuin aan overhouden.
Het is niet zo dat de vraag er niet is. Aanbieders van, onder andere, online gokkasten zijn kapitaalkrachtig genoeg om hoofdsponsor te worden van om het even welke ploeg en in Nederland is er een enorm klantenbestand te vinden. De talrijke voorbeelden uit het buitenland in acht genomen zijn hier ook dus heel wat potentiële geslaagde huwelijken. Maar opnieuw: zo denkt de overheid er niet over. Zij meent het zo’n beetje te moeten zeggen waar de modale Nederlander mag komen blackjack spelen. Het hoeft dus ook niet te verbazen dat Holland Casino eigendom is van de staat en zij met de winst gaan lopen. Conclusie: plezier maken mag, zolang de staat er maar wat aan overhoudt.